dinsdag 30 oktober 2012

Vriendschap






Morgen vertrekt ze weer naar het buitenland.
Daar woont ze.
Daar leeft ze.
Daar is ze het gelukkigst.

Morgen is ze weer daar, waar ze woont, leeft en het gelukkigst is.
Dus vandaag nam ik weer afscheid.

Ik laat haar.
Natuurlijk.
Ze is mijn vriend.

Maar ik mis haar wel.















Een nieuw begin




Beetje zelfspot kan nooit kwaad...
Aan alles komt een einde. Dit is mijn laatste blogpost voor Wij.nl Ik vond het heerlijk om mijn leven met Jesse, Michelle, Tim, Julia en Emiel met jullie te delen. Eerst in mijn columns voor het tijdschrift Wij Jonge Ouders en later in mijn blogs voor Wij.nl. Bedankt WIJ!
Ik blijf bloggen op deze blog.
Ik blijf schrijven voor Wij Jong Ouders: De Bijlmer bevalt.
Ik blijf ook andere artikelen schrijven.

Aan alles komt een einde en het is tijd voor iets nieuws. Iets nieuws in de vorm van deze nieuwe blog, maar ook iets nieuws in de vorm van een drietal prachtige boeken. De boeken hebben alle drie betrekking op zwangerschap, bevallen en op nieuw leven. De boeken worden uitgebracht in samenwerking met een drietal heel bijzondere vrouwen. Ík ben enorm trots op zowel de boeken als op de samenwerking en ik zou zeggen… houd het in de gaten! Verder schrijf ik natuurlijk nog nieuwe kinderboeken. Ik geef lessen Journalistiek op basisscholen en ik heb bovendien een huis vol kinderen. Inspiratie genoeg dus!

Aan alles komt een einde, het is tijd voor iets nieuws, maar… werken doe ik alleen als mijn kinderen op school zijn of slapen óf als Emiel thuis is. Dáár verandert niets aan. Ruim tien jaar geleden heb ik heel bewust gekozen voor kinderen en ik wil zoveel mogelijk van ze genieten. Voor je het weet is hun kindertijd voorbij, vliegen ze uit en mag je hopen dat ze nog eens langs fladderen. Officieel val ik dus onder het kopje ‘thuisblijfmoeder’. Noem het ouderwets, ik noem het geëmancipeerd. Heel geëmancipeerd zelfs. En… heel gelukkig!

maandag 29 oktober 2012

Juul slaat haar vleugels uit




Julia’s eerste schooldag is een feit. Met een drinkbeker en een trommeltje vol fruit in haar rugzak heeft Emiel haar vanochtend naar juf Naheed en juf Ilse gebracht. Juul had er zin in. Ik kreeg een kus een stralende “doeiiii” en daar ging ze, het tuinpad af samen met haar grote broers en zus.

Zelf ging ik niet mee. Ik ruimde de boel thuis wat op en ging op zoek naar telefoonnummers van de dokter, de tandarts en de opticien. Ondertussen dacht ik aan Juul op de peuterspeelzaal. Wat zou ze doen? Kleien? Gymen? Zingen? Een puzzeltje maken? Zou ze in de bouwhoek spelen of toch een nepbroodje nepbakken in het keukentje?

Ik belde de huisarts. “Al lange tijd klachten? Komt u om 10.00 uur maar langs.” Ik belde de tandarts. “U heeft een ontsteking? Komt u donderdagochtend maar langs.” Ik zocht een opticien en vond er drie in de buurt. Ondertussen dacht ik aan Juul. Zou ze al met haar pauzehapje bezig zijn?

Met Julia op school, kan ik weer afspraken voor mezelf maken. Ik moet wat achterstallig onderhoud weg zien te werken en ik ga daar meteen mee aan de slag. Dat geeft een goed gevoel. Dat geeft vrijheid. Bovendien kan ik als Juul op school zit, overdag een paar uurtjes werken. Dat scheelt een stukje nachtrust en ook dat is niet verkeerd.

Emiel gaat Julia zo weer halen. Ik ben benieuwd naar haar eerste ochtend op de peuterspeelzaal. Volgens mij heeft ze het er naar haar zin gehad. Ik denk dat ze er ook wel aan toe was. Tweeëneenhalf jaar heeft Juul dag en nacht bij ons vertoeft. Haar ledikantje staat nog in onze slaapkamer, we hebben geen oppas en we doen niet aan de crèche.

donderdag 25 oktober 2012

Mijn vader, mijn moeder...

Mijn vader, opa Bé 1936 

Mijn moeder viert binnenkort haar tachtigste verjaardag. Het wordt een mooie dag met een gouden randje omdat mijn moeder nog steeds gezond, actief en bruisend is. Ook wordt het een dag met een donkerbruin randje omdat mijn vader er niet meer is. We hadden zo graag gewild dat hij op haar verjaardag stralend naast haar zou staan.

Maar ja, het is zoals het is. Mijn vader is er niet meer en hij komt ook niet terug.

“…De artsen hebben mijn vader nog een paar weken gegeven, maar opeens heb ik het gevoel dat de minuten zijn gaan tellen. Emiel kan op zijn werk vervanging regelen en ik scheur met Julia op de achterbank van Amsterdam naar Drachten.
Zo kalm mogelijk wandel ik met Julia de hospice binnen. Mijn vader ligt verzwakt met zijn ogen dicht op een groot bed. Mijn moeder zit naast hem. Ik omhels haar. “Dit is geen plek voor een baby,” zegt mijn moeder. "Maar mam," breng ik er tegenin, "papa houdt zo van die hummels." Mijn moeder geeft Julia, die heel tevreden met zichzelf een hoop vrolijkheid produceert, een zoen.
Zodra mijn vader ons hoort, opent hij zijn linkeroog. Hij richt zich iets op en probeert iets tegen ons te zeggen. Ik versta hem niet maar leg mijn hand op de zijne. Ik omarm hem. Met Julia op schoot ga ik bij hem zitten. Julia speelt met de deken en slaat blij met haar handjes op het bed. Ze lacht uitgelaten. Mijn vader opent nog een keer zijn oog. Hij zegt iets wat alleen hij kan verstaan en zakt weer weg.
In de avond breng ik Julia naar de buren van mijn ouders. Ze mag daar slapen. Zelf breng ik de nacht door aan de rand van het bed waarin mijn vader ligt. Ik dep zijn voorhoofd en bevochtig zijn lippen. Hij knijpt een paar keer in mijn hand. Misschien om me te laten merken dat hij weet dat ik er ben. Ik zeg hem dat het goed is.
De volgende dag overlijdt mijn vader. Ik kan niet stoppen met huilen, maar voel me getroost door Julia die blij naar opa lacht en vrolijk om zich heen kijkt. We verzorgen mijn vader en brengen hem naar het klooster in Drachten.
“Hij heeft op jullie gewacht,” zegt mijn moeder een paar dagen later. Ik denk dat ze gelijk heeft. Mijn jongste dochter en ik hebben hier samen een heel bijzonder moment gedeeld...”
Ellen, december 2010

Mijn vader is er niet meer en hij komt ook niet terug. Het gemis is niet in woorden uit te drukken. Het is met geen pen te beschrijven, maar dat hoeft ook niet… Mijn moeder viert binnenkort haar tachtigste verjaardag. Wat is ze stoer. Wat is ze dapper. Wat mist ze mijn vader. Wat heeft ze een verdriet. Maar mijn moeder bewandelt kranig haar levenspad. Met ‘De vrouwen van Nu’, het brei-café, de literatuur club, de tuin groep, de kerk, met Nordic Walking, met haar kinderen en met haar kleinkinderen. Voor mijn moeder proberen we binnenkort een feestje te bouwen voor haar tachtigste verjaardag. Een feestje met een gouden randje eromheen en met in ons achterhoofd de mooie herinneringen aan mijn vader.

woensdag 17 oktober 2012

Boordevol plannen

Juul verlegt haar grenzen
Nu Juul weet dat ze naar de peuterspeelzaal gaat, weet ze nóg iets zeker: Ze gaat op voetbal, meisjesvoetbal wel te verstaan én op judo én op atletiek én op zwemmen. School en voetbal zijn wat Julia betreft onlosmakelijk met elkaar verbonden. Atletiek, zwemmen en judo staan ook op haar verlanglijstje... Nu ze naar school mag, denkt ze dat ze automatisch doorstroomt naar allerlei naschoolse activiteiten. Ze heeft er zin in.

Die Juul, ze is nog maar twee jaar en zit nu al boordevol plannen. Ik vertel haar af en toe dat ze nog even moet wachten want ze is nog maar klein, maar mijn woorden lijken niet tot haar door te dringen. Gelukkig kan ze elke week mee naar de trainingen en naar de wedstrijden van haar grote zus en broers. Juul en ik trainen dan ook een beetje en we doen net alsof we voor 'het echie' gaan. Vooralsnog neemt Julia daar genoegen mee. Ik ben wel benieuwd of daar verandering in komt als ze eenmaal naar de peuterspeelzaal gaat.

Ze moeten alles van je weten...

Juul verlegt haar grenzen...
Emiel komt terug van het intakegesprek Peuter Speel Zaal/ Voorschool. “De helft van de gegevens had ik niet mee,” bromt hij. Ik kijk hem aan. “Moeten ze nóg mee weten dan?” vraag ik verbaasd. “Ik heb vijf A4tjes over Julia ingevuld. Dat leek me genoeg.”

Genoeg was het dus niet. Naast het feit dat ik van alles en nog wat in heb moeten vullen over Julia, over de thuis situatie, over haar gedrag, haar intellect en over onszelf, moeten we nu nog op zoek naar haar sofi-nummer, een Ouder Kind Centrum nummer, een Ouder Kind Centrum boekje, vaccinatie papieren en onze mobiele telefoonnummers.

Sofi-nummer: gevonden.
Ouder Kind Centrum nummer: wist niet eens dat dat bestond.
Ouder Kind Centrum boekje: gevonden, maar zo goed als leeg.
Vaccinatie papieren: onvindbaar.
Mobiele telefoonnummers: hebbes.

Emiel had een gezellig gesprek met Naheed en Ilse van de Peuter Speel Zaal/Voorschool. We kennen ze al goed omdat zowel Jesse, Michelle als Tim hun peuter-schooltijd bij de dames hebben doorgebracht. De juffen zijn fantastisch en de sfeer op het schooltje is goed. In de loop der jaren is er wat de sfeer op het schooltje betreft weinig veranderd. Het was er geweldig en dat is het er nog steeds. Alleen qua papier brei... Wat moeten ze toch veel van ons weten!

Nieuw is ook dat er een ouder-contact-persoon bij ons thuis op bezoek komt...
Tja, en ik moet toegeven...
Ik krijg er enigszins kromme tenen van...
Maar...
Er is vast over nagedacht...
En het zal absoluut ergens goed voor zijn...
Dus laat maar komen, die ouder-contact-persoon.
De koffie staat klaar.

dinsdag 16 oktober 2012

:-)

Een grote lege knisperzak


Voor me lopen een moeder met haar dochter. Ze eten chips uit zo’n grote knisperzak. Als de zak leeg is, gooit moeders hem achteloos naast zich op de grond. “Mevrouw,” roep ik verbaasd, “u laat iets vallen.” De moeder kijkt achterom en ik wijs naar de grote knisperzak. “Die is toch van u?”

De moeder haalt haar schouders op. “Ziet u een prullenbak dan?” vraagt ze verontwaardigd. “Die staan in het winkelcentrum, even verder op,” antwoord ik. Ik raap de grote knisperzak op en wil hem teruggeven aan de vrouw. Zij weigert hem aan te pakken. “Als u denkt dat ik met afval in mijn hand over straat ga lopen, heeft u het mis,” zegt ze nijdig. Ze draait zich om en loopt weg. Dochterlief volgt gedwee.

“Nou zeg, niet te geloven,” zeg ik tegen één van mijn kinderen die verbaasd van mij naar de grote lege knisperzak kijkt. “Die mevrouw gooit zomaar haar afval op straat. Lekker goed voorbeeld is ze voor haar kind.” Als door een wesp gestoken, draait de dame zich om. “Waar bemoei je je eigenlijk mee, kutwijf.” “Pardon?”

Ik krijg een hele tirade over me heen. De dame in kwestie gaat helemaal los. Ze roept iets over afval op straat, wat haar geen bal kan schelen. Ze wijst me op het feit dat er rondom de scholen geen prullenbakken staan. En ze sist boos dat vuilnismannen worden betaald om afval op te ruimen.

Ik luister en geef haar deels gelijk. Er staan inderdaad geen afvalbakken rondom de scholen en ja, ook vuilnismannen ontvangen salaris. “Maar,” zeg ik zo rustig mogelijk “A: ik ben geen kutwijf, u kent mij niet eens. B: u hoort geen afval op straat te gooien want dan wordt het een puinhoop. C: u hoort het goede voorbeeld voor uw kind te zijn. Wat u nu doet, doet uw dochter met haar vrienden morgen, overmorgen en alle dagen daarna. Dat kan op den duur geen vuilnisman meer aan.

De dame en ik komen er samen niet uit. Ze is te boos, wat volgens mij weinig met mij te maken heeft. Ze roept van alles over slechte scholen, onfatsoenlijke mensen en over het leven dat niet meer te betalen is.

Ik laat haar uitrazen. Als haar woorden op zijn, draait ze zich om. Nijdig stapt ze weg, richting het winkelcentrum. Haar dochter slentert achter haar aan. Ik blijf achter met de grote lege knisperzak in mijn handen. “Kom,” zeg ik tegen mijn kind. “Laten we een ijsje gaan halen.”

We praten nog wat over de mevrouw, over afval, vuilnismannen, scholen kinderen en over de prijs van een ijsje. De grote lege knisperzak gooien we in de prullenbak in het winkelcentrum. Thuisgekomen bel ik de gemeente. Ik wil graag meer prullenbakken rondom de scholen en een plek waar ouders elkaar kunnen ontmoeten, een bankje ofzo.

Het loopt allemaal wat moeilijk en ingewikkeld. Maar twee jaar later is er op de plek van de woordenwisseling met de dame van de grote lege knisperzak veel veranderd. Er staat een mooie boombank op een door de plantsoenendienst aangelegd terrasje. Bovenden staat er een prullenbak.

Ondertussen heb ik Stichting de Blokhut opgericht. Een stichting die zich inzet voor een betere buurt. We hebben geld binnen gehaald voor de boombank, het terras, bloembakken, planten en mozaïek voor op de tegels. We organiseren buurtfeesten die bezocht worden door honderden buurtbewoners. Tussendoor organiseren we schoonmaak acties in de buurt met als motto: een schonere buurt is een betere buurt.

Gisteren had ik namens Stichting de Blokhut een overleg met de basisscholen in onze buurt. We hebben besloten dat we ons op 15 maart 2013 tijdens de Landelijke Opschoondagen gezamenlijk inzetten voor een schonere buurt. Zij zorgen voor de kinderen. Wij zorgen voor de prikkers, de vuilniszakken, de hulp van het Stadsdeel, het MtB, de vuilophaaldiensten en voor het feestje. Bovendien gaan we ons inzetten voor meer prullenbakken rondom de scholen en een ‘Social Sofa’.

Het wordt een prachtige dag, dat weet ik nu al. En dat allemaal als gevolg van een grote lege knisperzak, die nu al weer bijna vijf jaar geleden op straat werd gegooid.